Dialoog
Diàleg
Trobada a la ciutat
l´Herman de Vries és a Catalunya per primera vegada. Acaba d´arribar a l´aeroport de Barcelona, la capital. Després de portar l´equipatge a l´hotel, va a visitar la ciutat. Però al cap de poc temps es perd i decideix de demanar ajut.
Herman: Bon dia, em podria ajudar?
Aleix: Es clar que sí. Què puc fer per vostè?
Herman: Sóc aquí a la capital per primera vegada i m´he perdut. Em podria ensenyar el camí a l´hotel? Aquesta és l´adreça.
Aleix: Aquest hotel el conec. És al centre de la ciutat. Casualment vaig cap allà. Vol que l´acompanyi?
Herman: Sí, amb molt de gust.
Aleix: Em permeti que em presenti. Em dic Aleix Casademunt.
Herman: Encantat de conèixe´l. Em dic Herman de Vries.
Aleix: Dón és? D´Alemanya?
Herman: Sóc holandès.
Aleix: Jo vaig a la feina. Treballo de gerent en uns grans magatzems del centre. És aquí de turista o de negocis?
Herman: En principi sóc de negocis. Sóc representant d una empresa de construcció. Subministrem materials de construcció a vàries empreses del país. Demà tinc una reunió amb uns quants socis. Però també espero poder veure una mica el país.
Aleix: Parla molt bé el català per ser estranger.
Herman: Gràcies. Ho trobo important de parlar un xic l´idioma quan sóc a l´estranger.
Aleix: Ja hem arribat a l´hotel.
Herman: Moltes gràcies pel seu ajut.
Aleix: De res. A reveure.
Herman: A reveure.
De Nederlandse vertaling
Een dialoog
Een ontmoeting in de stad
Herman de Vries is voor het eerst in Catalonië. Hij is net aangekomen op het vliegveld in de hoofdstad Barcelona. Nadat hij zijn bagage naar zijn hotel gebracht heeft, gaat hij de stad verkennen. Hij raakt echter al snel verdwaald en hij besluit iemand om hulp te vragen.
Herman: Goedendag, kunt u mij helpen?
Aleix: Zeker, waarmee kan ik u van dienst zijn?
Herman: Ik ben voor het eerst hier in de hoofdstad, en ik ben de weg kwijtgeraakt. Zou u mij de weg terug naar mijn hotel kunnen wijzen? Dit is het adres.
Aleix: Dat hotel ken ik wel. Dat ligt in het centrum van de stad. Toevallig moet ik ook die kant op. Zal ik met u meelopen?
Herman: Ja, graag.
Aleix: Laat ik me voorstellen, mijn naam is Aleix Casademunt.
Herman: Aangenaam kennis te maken, mijn naam is Herman de Vries.
Aleix: Waar komt u vandaan? Uit Duitsland?
Herman: Ik ben Nederlander.
Aleix: Ik was net onderweg naar mijn werk. Ik werk als manager in een warenhuis in het centrum. Bent u hier als toerist of voor zaken?
Herman: Ik ben hier in principe voor zaken. Ik werk als vertegenwoordiger voor een bouwbedrijf. Wij leveren bouwmaterialen aan verschillende bedrijven in dit land. Morgen heb ik een bespreking met een aantal zakenpartners. Maar ik hoop ook wat van het land te kunnen zien.
Aleix: U spreekt goed Catalaans voor een buitenlander.
Herman: Bedankt voor het compliment, ik vind het belangrijk om iets van de taal te spreken wanneer ik in het buitenland ben.
Aleix: Nu zijn we weer bij uw hotel.
Herman: Heel erg bedankt voor uw hulp.
Aleix: Graag gedaan. Tot ziens.
Herman: Tot ziens.
"Een woordenboek is het hele universum in alfabetische orde.
Un diccionari és l'univers sencer en ordre alfabètic.
"